De Westerse beschavingsopdracht!

In de covenant van de Volkerenbond, dat deel uitmaakte van het Verdrag van Versailles uit 1919, werd o.a. geregeld wat er diende te gebeuren met de koloniale gebieden van Duitsland. Zo werd Duits-Oost-Afrika opgedeeld in Tanganyika en Ruanda-Urundi en werden dat mandaatgebieden van resp. het Verenigd Koninkrijk en België. Over waarom dat zo geschiedde is Artikel 22 van de covenant heel duidelijk:

“To those colonies and territories which, as a consequence of the late war, have ceased to be under the sovereignty of the States which formerly governed them, and which are inhabited by peoples not yet able to stand by themselves under the strenuous conditions of the modern world, there should be applied the principle that the well-being and development of such peoples form a sacred trust of civilization and that securities for the performance of this trust should be embodied in this Covenant.

“The best method of giving practical effect to this principle is that the tutelage of such peoples should be entrusted to advanced nations who, by reason of their resources, their experience, or their geographical position can best undertake this responsibility, and who are willing to accept it, and that this tutelage should be exercised by them as Mandatories on behalf of the League.”

Peter

Samenwerking loont!

Over zin en onzin van ontwikkelingssamenwerking is al veel inkt gevloeid. Maar over een ding in Tanzania kan ik zonder reserves bijzonder enthousiast zijn. De Belgische ontwikkelingssamenwerking bouwt hier in het westen van het land zo’n 70-tal Romeinse boogbruggen. Die bruggen ontsluiten de rurale gebieden en vergemakkelijken het transport van de landbouwgewassen van de lokale boeren naar de meer centraal gelegen verkooppunten.

Wat die boogbruggen zo bijzonder maakt, is dat de lokale gemeenschappen meehelpen aan de constructie door de stenen aan te brengen, maar vooral dat de kostprijs van zo’n brug slechts 20% bedraagt van een klassieke betonnen brug. Je bouwt er vijf voor de prijs van één!

Continue reading “Samenwerking loont!”

Socialisatie versus tribalisme

Balozi wa UbelgijiIk zit hier in de wachtkamer en luister met een half oor naar het gesprek tussen mijn medewerkster en een Tanzaniaans ambtenaar. Plots vraagt zij: “van waar ben je afkomstig in Tanzania?”, waarop de ambtenaar antwoordt: “dat is een voor Tanzanianen ongebruikelijke vraag!”

Nu is mijn aandacht wel degelijk gewekt en de ambtenaar vervolgt: “het is de verdienste geweest van Nyerere om ons allemaal als Tanzanianen te laten voelen, verenigd door een gemeenschappelijke taal en waarbij de plaats van afkomst van geen tel is. Zo ben ik geboren in Tanga maar mijn socialisatie verliep in Arusha.”

In Tanzania was, en is het nog steeds, maar in mindere mate, gebruikelijk om de kinderen in een andere streek dan de geboortestreek te scholen, precies om een eenheidsgevoel op te wekken.

Continue reading “Socialisatie versus tribalisme”

Agro-ecologie

Balozi wa UbelgijiIk ben hier in het noorden van Tanzania in goed gezelschap. Ik ben hier samen met Professor Marc Dufumier, de Franse goeroe van de agro-ecologie. We bezoeken samen een boerderij waar de principes van dergelijke landbouw worden toegepast.

Op het erf word je onmiddellijk begroet door een klassieke mesthoop. Die wordt deels gevoed door de varkens die iets verderop worden gekweekt. Daarna volgt een kleine bananenplantage met veel aandacht voor de nodige ruimte tussen de aanplanten. Op de schutting groeien passievruchten, en bovenop staan talrijke bijenkorven. Die zorgen niet alleen voor honing maar houden ook de olifanten weg. Na de bananenplantage diverse soorten groenten, waaronder Night Shade of Africa, een soort spinazie. Het boertje heeft tevens een kolom gevuld met mest waartegen hij dezelfde bladgroente kweekt, maar dan op een meer  waterefficiënte manier. Voor de andere groenten heeft hij een irrigatiesysteem uitgewerkt, gebaseerd op zwaartekracht en dat de velden met opgevangen regenwater besproeid.

Dit boertje is goed aan het boeren, geen twijfel mogelijk!

Continue reading “Agro-ecologie”

Poverty trap

We zitten hier op Pemba, het kleine broertje van Unguja. Samen vormen deze twee eilanden Zanzibar. Pemba is voor 95% islamitisch, en waarschijnlijk voor een even groot percentage afhankelijk van de landbouw en de visserij. Hier verbouwen ze o.a cassave, zoete patat en kruidnagel, plukken ze diverse soorten fruit, waaronder de voor het eiland unieke bosvrucht bongo, planten en oogsten ze zeewier, en zorgt de dagelijkse visvangst voor de nodige proteïnen. Maar meer dan dat is het niet. Het is een bestaanseconomie, precies genoeg om te overleven.

Continue reading “Poverty trap”

Let me challenge you!

Let me challenge you!

Mo IbrahimModerne tijden zijn het. Ik heb deze week wederom deelgenomen aan een videoconferentie – de zoveelste inmiddels – maar deze online meeting werd georganiseerd door de Tanzaniaanse “CEO Round Table”, zeg maar de organisatie van de belangrijkste pieten uit het lokale bedrijfsleven. De gastspreker was Mo Ibrahim, een Soedanese biljonair, die een causerie hield rond leiderschap vanuit zijn bureau in Londen.

Mo Ibrahim is vooral gekend omwille van de prijs die naar hem vernoemd wordt. Die prijs wordt toegekend aan Afrikaanse staatshoofden die vrijwillig het politieke leven verlaten na een regeerperiode van normale duur. Evenwel moet hun beleid ook als excellent geboekstaafd staan. De prijs is dus niet te beschouwen als een soort van pensioen voor staatshoofden die vrijwillig opstappen. Aan het gevoerde beleid onder hun verantwoordelijkheid moet ook het predicaat van uitmuntendheid kunnen worden gehecht.

Continue reading “Let me challenge you!”

The nexus

The nexus in KigomaIn de wereld van de ontwikkelingssamenwerking bestaat er een spanningsveld tussen humanitaire hulp en traditionele ontwikkelingshulp. Humanitaire hulp wordt gegeven na een humanitaire ramp, is gericht op de korte termijn en heeft als voornaamste objectief het redden van levens en het verzachten van menselijk leed. Traditionele ontwikkelingshulp daarentegen beoogt structurele veranderingen op de lange termijn die voornamelijk de armen op een hoger en vooral meer duurzaam niveau moeten tillen.

Beans for WFPSinds geruime tijd is men nu al aan het zoeken naar manieren om die twee vormen van hulp met elkaar te verbinden. Die verbinding wordt in het jargon “the nexus” genoemd, maar die betrachting is uiteraard geen sinecure gezien de verschillende objectieven van de twee hulpvormen. En daarom dat het zoeken naar “the nexus” vaak eerder op een zoektocht naar de heilige graal leek, waarbij het vooral bij een concept zou blijven, dan op een daadwerkelijk manier het conceptuele te overstijgen en acties te vinden die mekaar kunnen versterken.

En toch hebben we in Tanzania een voorbeeld van “the nexus” gerealiseerd. In Kigoma – een regio in het westen van Tanzania – worden lokale boeren nu al geruime tijd ondersteund door de Belgische ontwikkelingssamenwerking bij het planten, oogsten en vermarkten van rode bonen, maar dit jaar wordt de hele oogst verkocht aan World Food Program. Dit is een internationale humanitaire actor die de bonen zal verdelen in de vluchtelingenkampen van Nyarugusu, Mtendeli en Nduta, waar hoofdzakelijk Burundezen en Congolezen zijn ondergebracht. Dit is “the nexus” in de praktijk!

Die koppeling geeft ook een sterk politiek signaal aan het huidig Tanzaniaans regime, want die verwijten de internationale gemeenschap te veel te focussen op de vluchtelingen en te weinig op de lokale bevolking. Met de totstandkoming van “the nexus” in Kigoma wordt dit argument uiteraard ondergraven. Het is voor iedereen win-win!

Peter

Tegen dwaasheid bestaat geen medicijn

MasakiIn deze tijden van liefde en dood maak ik een dagelijkse ommetje in de buurt. Wandelen houdt het hoofd gezond en laat de gedachten stromen. Soms word ik op mijn tochten vergezeld door mijn goede vriend, de ambassadeur van Palestina. Hij deelde met mij laatst een Arabisch gezegde dat in mijn hoofd is blijven hangen. Het gaat als volgt: “Voor elke ziekte is er een medicijn, maar zoeken naar het medicijn tegen dwaasheid zal je ziek maken.”

En dan moet ik denken aan al de ophef hier in de regio rond het anti-covid19-medicijn uit Madagaskar: een tonisch drankje op basis van extracten uit de Artemisia plant. President Andry Rajoelina propageert het als een wondermiddel en vele Afrikaanse leiders lijken er geloof aan te hechten. Problematisch is echter dat de effectiviteit ervan niet wetenschappelijk is aangetoond. Bovendien zou veelvuldige inname, volgens gezondheidsexperts, weleens slecht voor de gezondheid kunnen zijn. Maar het allerbelangrijkste is de vrees dat het tot resistentie tegen artemisinine kan leiden. Dit is een in 1972 in China ontdekte stof die werkt als geneesmiddel tegen malaria. En die stof wordt uit dezelfde plant gewonnen als het wonderdrankje. Om de werking van het anti-malaria middel te beschermen voegt men er allerlei ingewikkelde chemische verbindingen aan toe. Maar dat doet men nu niet met het in Madagaskar gehypte drankje. Het gevolg laat zich raden.

Kennen wij geen Nederlands spreekwoord dat ook van toepassing is op het bovenstaande? 

Peter

Covid19

Ik ben het best wel eens met de << beschouwingen >> van filosoof Patrick Loobuyck over covid19. Dit virus heeft geen bedoeling. Het is geen straf van God. Het is geen afwijzing van onze levenswijze. Het enige wat we kunnen doen is nadenken over de oorzaken en de gevolgen van deze pandemie.

Aan de oorzaken wordt thans wat minder aandacht besteed, maar net zoals bij Ebola, lijken ook hier weer vleermuizen aan de oorsprong te liggen, al dan niet, met een intermediair zoals het schubdier (pangolin). Mijn hoop is dan ook dat de handel en consumptie van dergelijke dieren nader onderzocht wordt en waar nodig, totaal verboden en zwaar bestraft. Het bewaren van culturele gebruiken kan hier geen excuus zijn.

Continue reading “Covid19”

Ford is weer helemaal terug

clockDat is toch onwaarschijnlijk. Ik ben op verlof in België en sta sta hier in het postkantoor op de Kortijksesteenweg in Gent. Normaal is het hier altijd ontzettend druk, maar ik heb mazzel, want vandaag is er geen kat, behalve de dame achter het loket. Ik begeef me onmiddellijk naar haar.

“Je moet eerst een nummertje trekken,” zegt ze me op vriendelijke toon. Ik staar haar vol ongeloof aan en antwoord: “maar er is hier niemand!” Ze herhaalt: “eerst een nummertje trekken,” en dan voegt ze er met een knipoog aan toe: “ik zal het je daarna uitleggen.” Zo gezegd, zo gedaan. Ik trek een nummertje, hoor onmiddellijk een signaal, kijk op het scherm waarop mijn nummertje verschijnt, en begeef me naar het aangeduide loket. Ze lacht, maar enigszins groen, want, vertrouwt ze me toe: “weet je, het management bepaalt aan de hand van het aantal getrokken nummertjes, de optimale bezetting voor elk postkantoor. Niet genoeg nummertjes betekent dat er iemand moet afvloeien.”

Continue reading “Ford is weer helemaal terug”