Industrialisatie in Oeganda?

Op vrijdag 16 mei ll. gaf Professor Hiroyuki Hino (Japan), op vraag van IMF-Kampala, een lezing over een alternatieve industrialisatiestrategie voor Oeganda. In veel opzichten was dit een merkwaardig voorstel omdat het buiten de lijnen kleurt van het traditionele denken over ontwikkeling.

Het voorstel behelst een twee-sporen-strategie:

    1. enerzijds het versterken van landbouw en agro-industrieën met in het bijzonder aandacht voor bio-brandstoffen (sorghum en maïs) en bijhorende energieopwekking;
    2. anderzijds de uitbouw van een “knowledge based”-dienstensector gericht op voornamelijk export van “verhandelbare” diensten (er wordt hierbij gedacht aan “Business Process Outsourcing” (BPO) zoals bijvoorbeeld het opzetten van “Call Centres” en aan het uitsturen van geschoolde krachten die eveneens als een soort export zijn te beschouwen vermits ze “remittances” terugsturen).
  1.  

Aan de uitbouw van een klassieke industrie (zo kenmerkend als overgangsstap tussen landbouw en diensten in het ontwikkelingspad van ontwikkelde landen) dient voorbij gegaan te worden. Door haar nadelige ligging zal in Oeganda het aandeel van de transportkosten in de prijzen van industriële producten altijd hoog zijn en dus zullen die producten minder competitief zijn.

Een beleidskader voor industrialisatie moet dan ook gericht zijn op bovenstaande twee sporen maar aan te vullen met enkele bijkomende elementen. Het voorgestelde kader bestaat uit:

    1. een alternatieve monetaire politiek gericht op non-interventie aan te vullen met een beleid dat het begrotingstekort reduceert en de hulpstromen oriënteert naar infrastructuurwerken met een hoge importcomponent (waardoor “absorptie” van hulp toeneemt);
    2. aanzienlijke investeringen in hoger en beroepsonderwijs. Door de eenzijdige focus van donors en overheid op primair onderwijs in Oeganda heeft het hoger onderwijs aan kwaliteit ingeboet. Desalniettemin is de basis nog solide genoeg voor de uitbouw van een hoger onderwijsnet dat gericht is op inzetbare krachten voor de “knowledge based”-dienstensector.
      Dat een deel van de geschoolde krachten het land verlaten is helemaal niet erg, en zelfs logisch aangezien het aanbod in een eerste fase de vraag overtreft. Bovendien zijn de daarmee samenhangende overmakingen uit het buitenland aanzienlijk (8,2% van het BBP) en zelfs groter dan de gezamenlijke giften van de donors alhier. Waar het op aankomt, is een beleid te ontwerpen dat niet het vertrek van hooggeschoolden naar het buitenland ontmoedigt maar wel de terugkeer bevordert;
    3. doelgerichte infrastructuurinvesteringen en met name voor ICT, zoals de aanleg van glasvezelkabels. Doordat landen die sterk gespecialiseerd zijn in BPO (India) overschakelen naar “high end services” komt er ruimte vrij in de meer gestandaardiseerde segmenten. Daar zou Oeganda moeten op inspelen.
      Verder zijn er eveneens investeringen nodig in transport (weg, spoor en lucht) die de uitbouw van Oeganda als een regionale “hub” moeten toelaten voor de omringende landen/regio’s (Zuid-Soedan, Rwanda, Oost-Congo);
    4. uitbouw van Speciale Economische Zones;
    5. en, tot slot, verdere regionale integratie.
  1.  

Bovenstaand beleidskader dient absolute prioriteit te krijgen en als dusdanig vertaald te worden in het budget. Door de huidige spreiding van het budget over vele sectoren wordt de spoeling te dun en blijven de resultaten inzake ontwikkeling achterwege.

Commentaar: of een gerichte politiek op het uitsturen van hooggeschoolde krachten naar het buitenland een juiste keuze is, dient verder onderzocht te worden. Immers, wordt dit niet te veel bekeken vanuit de voordelen voor de betalingsbalans? En moet dat dan een continue politiek zijn, want de overmakingen van een individu uit het buitenland nemen af naarmate de tijd verder vordert. Interessant is wel het beleid te richten op terugkeer en niet op afremming van uitwijking, want heden ten dage, zonder enig beleid dienaangaande, verblijft reeds 37% van alle hooggeschoolden buiten Oeganda.

Ook het voorstel om meer aan BPO te doen, lijkt het onderzoeken waard, niet alleen omdat het aandeel van FDI in diensten wereldwijd toeneemt, maar ook omdat het in wezen gepaard gaat met een fysieke infrastructuur die niet voorradig hoeft te zijn in het land zelf (bijvoorbeeld de analyse van rontgenfoto’s door Indische doktors is gescheiden van het hospitaal uit een ander land die de vraag initieert).

Bovenstaande industrialisatiepolitiek moet uiteraard bekeken worden vanuit een lange termijn perspectief, maar het moet duidelijk zijn dat de huidige generatie offers zal moeten brengen in termen van mindere dienstverlening voor niet-prioritaire sectoren opdat de toekomstige generaties zouden kunnen profiteren van een verhoogd inkomen als gevolg van een gerichte industrialisatie volgens bovenstaande krijtlijnen. Maar hoe die herverdeling precies zal totstandkomen blijft vooralsnog onduidelijk!

Peter

2 thoughts on “Industrialisatie in Oeganda?”

  1. Hello Peter,

    Het hier voorgestelde pleidooi gaat uit van een wereldgebeuren dat in de komende 50 jaar niet of weinig zal veranderen, noch economisch, noch politiek, noch structureel..

    Ik denk dat dit fout is. Onze economie is gebouwd op koning AUTO en dit heeft in enkele centra van de wereld enorme welstand met zich meegebracht. Met ons allen verbruiken en dus vervuilen we meer. Enkele grote naties als China, India, Brazilië willen ook meer verbruiken en dus vervuilen.

    De milieu problematiek en de onderschatte gevolgen hiervan zullen deze eeuw enorm toenemen.

    Volgens wetenschappers kan het zeeniveau tot 25 m stijgen indien de zeewatertemperatuur gemiddeld 5 °C stijgt.

    De gevolgen hiervan zijn catastrofaal. Veel landbouwgebied ligt nu al juist boven zeeniveau. Ook vele wereldsteden liggen vlak bij zee. Nu al woont de halve wereldbevolking in steden, dus vlakbij zee.

    Enorme natuurrampen, massale volksverhuizingen, onbruikbare infrastructuur (woningen, havens, riolering, spoorwegen, kanalen, autosnelwegen etc.) zijn het logische gevolg. De chaos wordt massaal, oorlogen om bewoonbaar land worden waarschijnlijk.

    Uganda ligt tamelijk hoog, evenals vele andere Afrikaanse landen.

    Misschien wordt het voor deze landen interessant om infrastructuur aan te leggen (niet te veel plaats voor koning AUTO a.u.b.), met werk/woongebieden waar mensen uit Europa, Azië of Amerika kunnen settelen, en proberen een nieuw bestaan op te bouwen!

    Denk er eens aan: Wat ben je als rijke blanke nog waard als je bank in London of New York 10 meter onder water ligt?

    Start dus nu (hoe vroeger hoe liever) met het promoten van woningen in mooie, warme en droge nieuwbouwsteden (liefst alles te voet of per fiets bereikbaar), haal banken over hun datacenters in Afrika hoog en droog uit te bouwen. Daar kunnen veel bouwvakkers en technici allerhande nog jaren aan bouwen. Al de rest komt dan vanzelf.

    Bouw aan de multiculturele en multiraciale maatschappij in Afrika, hoog en droog.

    Als je erover nadenkt, is de komende milieuramp een zegen voor hoger gelegen gebieden in Afrika en elders. Het is er frisser ook dan in lager gelegen gebieden.

    Mvg

    Norbert

  2. Bio-brandstof?

    Ha ha ha.

    Na een maand al totaal verouderd. Biobrandstof, zoals tot voor kort gezien is een vrucht van een beleid om import te verminderen en auto’s te laten rijden op een brandstof (niet op electriciteit).

    In het algemeen is het moeilijk voorspellingen te doen, vooral dan over de toekomst, maar dit is er toch een die tamelijk eenvoudig is: aangezien biobrandstof een commodity is, die dan nog concurreert tegen niet-landbouwvoortbrengselen die dan bijna per definitie rendabeler zijn (grondstof, directe zonnecellen), zullen kwaliteitsproducten zoals kwaliteitskoffie (of coca) altijd beter opbrengen.

    Het is altijd wel interessant wanneer economisten keuzes maken welke speciefieke sectoren “het” zullen maken. Mijzelf lijkt het weinig realistisch om aan te nemen dat een buitenlands bedrijf het vertrouwen zou hebben om outsourcing te doen naar een dienst die niet eerst intern iets bewezen heeft voor de eigen bedrijfgswereld (die eigenlijk niet bestaat). Algemeen laat men dat beter over aan de bedrijfswereld.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *