Minder pretentie, meer ambitie

Minder pretentie, meer ambitie“Minder pretentie, meer ambitie”. Onder die titel is zopas een boek verschenen van de Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Dit is een uitstekend werk – een klepper van 354 pagina’s  – voor al diegenen  die met de toekomst van ontwikkelingssamenwerking zijn begaan. Hoewel het geschreven is voor een Nederlands publiek en dan inzonderheid voor haar beleidsmakers, lijkt het me een boek dat evenzeer een  Belgisch publiek kan aanspreken. Het boek is geschreven in een heldere taal en vereist slechts een minimale kennis van het technisch jargon uit het wereldje van de ontwikkelingssamenwerking.

Wat heeft me aangesproken in dit boek?

Vooreerst de vaststelling dat niemand precies weet wat het pad naar ontwikkeling inhoudt (en als ook Nederlanders dat toegeven, dan moet het wel waar zijn). Er wordt komaf gemaakt met eenzijdige theorieën die nu eens de nadruk leggen op verregaande liberalisering en privatisering en dan weer op goed bestuur en democratie. Als we al iets weten, dan is het dit: het ontwikkelingspad verschilt van land tot land en een uniform recept voor ontwikkeling bestaat niet. Met dit inzicht pleiten de auteurs voor een meer landenspecifieke benadering. Om effectiever bij te dragen aan ontwikkeling moeten interventies meer op maat gemaakt worden, en dat betekent een verschuiving naar een (telkens lokaal gespecificeerd) landenperspectief.

Een andere stelling – die ik voor het eerst hoor en die ingaat tegen de ontwikkelingsmantra van de laatste 40 jaar – is dat we af moeten van de norm van 0.7% van het Bruto Nationaal Inkomen (BNI) besteed aan officiële ontwikkelingshulp (… snik, net nu België die norm voor het eerst zal halen in 2010). De 0.7-norm geeft de valse illusie dat ontwikkeling een kwestie van centen is, dat als we maar genoeg besteden ontwikkeling vanzelf zal komen, en gaat dus voorbij aan het idee dat alles met alles verbonden is.  Het percentage kan beter vervangen worden door een getal waarin ook tot uitdrukking komt wat een donor doet op andere terreinen die ontwikkelingsrelevant zijn, zoals de zorg voor mondiale publieke goederen (HIV/AIDS, klimaatverandering, etc.)

Samengevat zou je kunnen stellen dat de auteurs enerzijds ijveren voor meer specificiteit (het ontwikkelingsbeleid moet contextspecifiek zijn en aangepast aan de omstandigheden in het betreffende land) en anderzijds voor een verbreding van OS (meer kennis over de groeiende interdependentie in de wereld en over het grote aantal grensoverstijgende problemen waar iedereen mee te kampen heeft).

Bij de aanbevelingen, tot slot, zijn de auteurs voorstander van een aanzienlijke inperking van het aantal concentratielanden van de Nederlandse OS: 10 i.p.v. 36 waar Nederland nu nog de facto mee samenwerkt. Ook pleiten ze voor de oprichting van een nieuwe organisatie – NLAID wordt als naam gesuggereerd – die aangestuurd wordt door de minister voor Ontwikkelingssamenwerking. In de betrokken landen moeten de lokale organisaties van NLAID wel ergens in de buurt van de ambassade zitten, maar ze dienen een eigen personeelsbeleid te voeren dat gericht is op de professionele vereisten van langdurige aanwezigheid en specifieke deskundigheid. De eis van deskundigheid heeft te maken met de materie – wie de watersector wil ontwikkelen, moet daar ook echt iets van afweten; met processen – het vermogen om op het juiste moment de juiste partijen bij activiteiten te betrekken –, maar ook met streetwise zijn – om kunnen gaan met lokale verhoudingen (wat mij enigszins doet denken aan de Belgisch Technische Coöperatie (BTC) maar nog veel meer aan het voormalige Algemeen Bestuur voor Ontwikkelingssamenwerking (ABOS)).

Peter

PS. De 0.7%-norm dateert van 1969 toen de voormalige eerste minister van Canada, Lester B. Pearson, in een rapport voor de Wereldbank (“Partners in Development”) pleitte voor een verhoogde middelenstroom naar ontwikkelingslanden van minstens 1% van het BNI, waarvan 0.7% officiële ontwikkelingshulp.

5 thoughts on “Minder pretentie, meer ambitie”

  1. Dank je voor de tip, al gedownloaded en klaar om op de trein te lezen. De samenvatting lijkt de hele hervorming vn de laatste jaren als een vergissing te bestempelen. Het politiek correcte denken dat als je maar de algemene principes onderschreef, zoals de 0.7 %, alles terecht ging komen, en inhoudelijke technische kennis daarbij nutteloos is.

  2. Bedankt Peter,

    dat van die 0,7 % had ik nog al gehoord en ook zelf al vaak de bedenking gemaakt (maar ik schrijf geen boeken hé) en voor de rest lijkt het me inderdaad ook een interessant boek. Ik heb je bespreking doorgestuurd naar BD-Brussel.
    Verder alles o.k. daar? Heel veel groetjes aan Astrid en Etienne.
    Frans

  3. Lijkt me zeer interessant. Het is in de afgelopen decennia inderdaad gebleken dat geld alleen, niet zaligmakend is voor de ontwikkeling van een land. Er zal nog heel veel meer bij moeten komen. Dit zal ik zeker doornemen, temeer daar ontwikkelingsvraagstukken wel mijn aandacht trekken.
    Groetjes, ook aan Astrid en Etienne.

  4. Heel interessant!!!!!!!!!!!!

    En heb je onderstaand boek al gelezen?

    NEW: Land, Liberation and Compromise in Southern Africa (by Chris ALDEN and Ward ANSEEUW – Published by Palgrave-Macmillan).
    Can be ordered here or on major websites.

    Groeten,

    André.

  5. Sinds “Dead Aid” van Dambisa Moyo is ontwikkelingshulp, en vooral het bezuinigen daarop, een geliefd onderwerp van discussie in Nederland. Vertrouw het maar aan de Nederlanders toe om echt of quasi wetenschappelijk verantwoorde argumenten te vinden voor bezuinigingen. (Wat niet wil zeggen dat ik het er niet mee eens ben.)

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *