NMR

intussen… BLOG verwelkomt zijn eerste gastauteur. NMR is een verhaal van Piet De Tollenaere over een fietsongeluk en de kleine ongemakjes die daarbij horen.  Teken zijn petitie op het einde van dit verhaal en help daarmee de Vlamingen die op hun hoofd gevallen zijn.

– NMR –

Ach, kent niet iedereen zo iemand waar hij mateloos naar opkijkt? En ja, ik geef het niet graag toe, maar ik weet het wel, de mate van mijn bewondering voor hem is in feite nooit echt gezond geweest. Er zat altijd een vreemd kantje aan. Iets van ‘wat hij ook doet, dat wil ik ook’. Toch dacht ik dat dit voorbij was. We spreken trouwens over een tijd van meer dan 25 jaar geleden. Stel je voor zeg, 25 jaar! Ik was toen niet eens 25. Ik was er 16, daarna 17, later eens 18…

Het herbegon toen ik hem onlangs terug zag. We babbelden wat over koetjes en kalfjes en terloops vertelde hij mij dat hij nog eens in België was voor een onderzoek, een NMR. En dit omdat zijn oren voortdurend tuitten, ruisten, … Ik hoor het hem nog zeggen: ‘Speciaal onderzoekje, ze schuiven je daarvoor in een smalle tunnel en nemen dan allemaal foto’s!’ Ook al wist hij me daarna nog te vertellen dat zo’n onderzoek eigenlijk vooral angstaanjagend en claustrofobisch was, iets in mijn lichaam moet dan al niet meer geluisterd, maar vooral gedacht hebben: ‘waow,  foto’s met een NMR, eindelijk eens een echt hersenonderzoek, net Guislain, hoe geweldig…’.

Verder stond ik daar niet bij stil. We dronken er nog ene, aten een frietje, downloaden een liedje en namen afscheid.

Twee dagen later, op zondag, vertrok hij terug naar zijn verre landen en blijkbaar zullen stukken van mijn lichaam dat gebrek aan NMR niet verwerkt hebben. Want die middag, toen ik aan het fietsen was met mijn zus, moeten die delen van mijn corpus gedacht hebben: ‘zo een NMR, dat willen wij ook’. Ja, schizofrenie leidt vaak een eigen, eigenzinnig leven.

Met andere woorden, iets later deden mijn ogen of ze een oneffenheid in het fietspad niet gezien hadden. Deze oneffenheid werd dus niet doorgegeven aan de verantwoordelijke onderdelen in mijn hersenen die mij voor de gevolgen van dit euvel moesten waarschuwen, de rest van mijn lichaam deed ook alsof er geen vuiltje aan de lucht was en voilà. Mijn fiets kwam zo vreselijk hard in botsing met de hindernis dat ik, net zoals in de slapstick films van begin vorige eeuw, met mijn poep uit het zadel van mijn fiets gekatapulteerd werd. Milliseconden later belandde ik met mijn hoofd op het wegdek. Daarna volgden, in chronologische volgorde, linkerschouder, linker bovenrug, linker onderrug, de poep, de benen, de hielen en de rest van mijn lichaam. En deze keer minuten (in plaats van milliseconden) later kwam ik weer tot bewustzijn toen een zachte vrouwenstem me zei: ‘meneer, we gaan de andere kant van deze draagberrie ook onder u proberen te schuiven, om u dan naar het ziekenhuis te voeren…’

Jawel, ik was verwonderd over deze gang van zaken. Dat uitgerekend ik, die mijn lichaam ondanks alles steeds zo trouw gebleven ben, op zo’n manier het slachtoffer moest worden van dit hoogverraad! Ik, die mijn lichaam steeds zo vertroeteld had met bio-food, wellness toestanden en diverse vormen van lichamelijke en geestelijke ontspanning, …  werd hier geconfronteerd met een vorm van trouweloosheid die zelfs Judas de wenkbrauwen zou doen fronsen hebben. Wat een afgang! Dus wat kan ik nu anders doen, dan veinzen dat ik nog steeds geen flauw idee heb van wat er zogezegd gebeurd is? Wat kan ik anders doen dan voorwenden dat ik niet meer weet hoe ik ten val ben gekomen?

Van de verdere rit en de aankomst in het ziekenhuis ben ik ook veel ‘vergeten’, al herinner ik me wat flarden van bij de dokter. Zoals het feit dat mijn lichaam gewonnen had, want jawel, ik kwam in aanmerking voor een NMR (twee zelfs). Als tegenprestatie moest ik echter wel enkele dagen in het ziekenhuis blijven, had ik overal pijn, mocht/kon ik niet bewegen en kwam er zelfs een heuse nekoperatie! Voor de kenners de diagnose was ‘spinaal stenoza’. Voor de niet-kenners, als U dit intikt op google kom je steeds op sites die gesponsord worden door allerlei religieuze genootschappen. Met andere woorden, na de nodige uitleg over deze wervelchirurgie krijg je interessante aanbiedingen van kruisbeelden, Mariabeelden, paternosters, … Echt iets wat me halsreikend doet uitkijken naar mijn operatie.

Maar geen woord van kritiek, want zo een weekje in een hospitaal is verdomd interessant. Wat een mens niet allemaal denkt in zo’n ziekenhuiskamer nadat hij op zijn hoofd is gevallen! Dat in combinatie met enkele dagen verplicht stil liggen in een keihard bed maakt dat gepeins nog aantrekkelijker. Saillant! Omdat je vanwege de situatie eindelijk een afweging kan maken over wat relevant is in het echte leven, krijgt dat denken als het ware metafysische proporties. Meer zelfs, het gaat hierbij niet alleen om de bevindingen over wat er belangrijk is en wat niet. Het gaat vooral over wat je op ‘die momenten van de waarheid’ toch zeker moet kunnen in je leven? Wat je nodig hebt aan vaardigheden om die sleutelmomenten door te spartelen.

En zo kwam ik ongewild uit bij ‘plassen in een urinaal’ . Als manager van alles en nog wat heb ik een zeker zelfbewustzijn ontwikkeld. Ja, in alle bescheidenheid, ik kan ondertussen toch al het één en ander. Maar ik ben er nu achter gekomen dat er ook veel is dat ik niet kan. De meest cruciale dingen in het leven kan ik bijvoorbeeld niet. Zo kan ik niet al liggend plassen en zeker niet in een urinaal. Dat heb ik nooit geleerd. En toch is dit belangrijk! Eens in een ziekenhuis moet een mens al zijn krachten aanwenden voor zijn herstel. Dan moeten ze je niet meer beginnen leren hoe je die toilethulpmiddelen moet gebruiken. Neen, dat moet op zo’n crisismoment parate kennis zijn! Maar wat blijkt, de gemiddelde Vlaming moet dit dan allemaal nog beginnen leren. Meer zelfs, hij kent zelfs niet eens de gangbare begrippen die in deze context gehanteerd worden, laat staan de psychologie die bij dit onderwerp komt kijken!

(lees verder op de volgende pagina)

5 thoughts on “NMR”

  1. Dobberend in de monding van de River Thames, heb ik genoten van je sappige anekdote. Dit heeft geen uitstaans met leedvermaak, wel met mijn hersens die jouw keuze en rangschikking van woorden weten te waarderen. Je mag dan wel worstelen met een urinaal, met een pen kan je overweg. En dat is precies dankzij ons onderwijs dat je onkundig met bedpannen en aanverwant gereedschap, maar wel kundig met woorden en zinnen heeft afgeleverd. En daarom weiger ik jouw petitie te tekenen. Ik mag er niet aan denken dat mensen mij om de haverklap om de oren gaan slaan met slangetjes en kommetjes om hun kunde te demonstreren. Ik kan er zeker mee leven dat ze dat doen met woorden en zinsneden. Daarom wens ik je wél een herstel, maar niet al té spoedig, kwestie dat je nog voldoende tijd hebt om het toetsenbord te strelen.

  2. Zelf heb ik tijdens vakantieperiodes als puber ooit een NMR uitgelokt en daar veel van geleerd. Die ervaringen zijn later in mijn volwassen leven van vallen en van (in een ziekenhuis) opstaan inderdaad mooi van pas gekomen.

    Maar ik kan niet wennen aan het idee dat ik op school het eerste lesuur ziekenhuispraktijk zou krijgen en daarna tijdens de Nederlandse les Guido Gezelle’s “krinkelende, winkelende waterding” zou voorgeschoteld krijgen. Mijn associatieve geest zou hier rare verbanden ontdekken.

    Daarom: waarom moeten alle vaardigheden toch tijdens schooltijd verworven worden? Zouden de ouders die aspecten van de opvoeding er bij hun gebroed niet beter zelf inrammen?

    Zo kan liggend drukken m.i. perfect aangeleerd worden bij het samen bekijken van Studio 100-programma’s. Hoe denk je anders dat men daar tot klanknabootsende uitdrukkingen als “Plopper de Plop” gekomen is?

  3. Piet,

    Dank je wel voor het schrijven van dit schitterend verhaal! Na het lezen ben ik rap nog eens ‘zittend’ naar het toilet geweest…you never know…
    In de U.S. hebben ze een “No Child Left Behind” programma . Onlangs was er een artikel in The New York Times: “No NMR left behind”….

    -toon-

  4. Dag Pietje,

    Ik ben blij te horen dat je nog in leven bent, al is het maar een beetje kwakkelig op dit moment! Je ziet er nog altijd even jong uit, tenminste op die “voor” foto! Laat ons misschien de draad eens opnemen en al die jaren ertussen eens bijkletsen? Zodra je beter bent natuurlijk! Ik kijk uit naar meer van je verhalen en vind het ongelofelijk dat je zo’n vreselijk voorval vanuit zo’n grappige invalshoek kan bekijken: niet gewone kunst, maar levenskunst! Veel beterschap gewenst en hopelijk tot binnenkort eens?

    Ilke

    P.S.1: En dag Thor! Hoe is het met jou!!! Idem dito: eens bijkletsen?
    P.S.2: Ik ben John Monsecour nog eens tegengekomen in de dierentuin van Planckendael, allebei met onze kindjes en aanhang! Leuk om hem terug te zien! Hij zag er gelukkig uit!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *