Vijf ministers zitten aan tafel en hebben een budget van 100 miljard Euro te verdelen. De eenheid van verdeling is 1 miljard Euro. De werkwijze die ze volgen voor de verdeling is de volgende: de meest mondige minister mag eerst een voorstel doen, daarna de op-één-na meest mondige, enz. Laten we de volgorde 5-4-3-2-1 van meest mondige naar minst mondige nemen.
Minister nummer 5 doet dus een voorstel voor het verdelen van het budget. Ze stemmen vervolgens. Iedereen moet VOOR of TEGEN stemmen. Onthouding is niet mogelijk. Als 50% of meer VOOR het voorstel stemt, dan wordt het budget verdeeld en is het hele verhaal afgelopen.