Agro-ecologie

Balozi wa UbelgijiIk ben hier in het noorden van Tanzania in goed gezelschap. Ik ben hier samen met Professor Marc Dufumier, de Franse goeroe van de agro-ecologie. We bezoeken samen een boerderij waar de principes van dergelijke landbouw worden toegepast.

Op het erf word je onmiddellijk begroet door een klassieke mesthoop. Die wordt deels gevoed door de varkens die iets verderop worden gekweekt. Daarna volgt een kleine bananenplantage met veel aandacht voor de nodige ruimte tussen de aanplanten. Op de schutting groeien passievruchten, en bovenop staan talrijke bijenkorven. Die zorgen niet alleen voor honing maar houden ook de olifanten weg. Na de bananenplantage diverse soorten groenten, waaronder Night Shade of Africa, een soort spinazie. Het boertje heeft tevens een kolom gevuld met mest waartegen hij dezelfde bladgroente kweekt, maar dan op een meer  waterefficiënte manier. Voor de andere groenten heeft hij een irrigatiesysteem uitgewerkt, gebaseerd op zwaartekracht en dat de velden met opgevangen regenwater besproeid.

Dit boertje is goed aan het boeren, geen twijfel mogelijk!

And this is what agroecology is all about: natuurlijke meststoffen, geen pesticiden, genetische diversiteit, tegengaan van verspilling en efficiënt omspringen met natuurlijke hulpbronnen. En dat dit goed is, kan de professor ook nog eens wetenschappelijk onderbouwen.

Toch is er een vraag die in mijn hoofd blijft rondhossen en grotendeels onbeantwoord blijft: als alle boeren de agro-ecologie omarmen, kunnen we dan de hele wereld voeden? Of blijft het een nicheverhaal dat slechts kan bestaan bij de gratie van commerciële landbouw?

Professor Marc Dufumier & me

Peter

13 thoughts on “Agro-ecologie”

  1. Merci pour ce récit, je suis heureuse de constater qu’il y a de bonnes fermes en Tanzanie ! La mienne a été incendiée en RDC ..

  2. Dufumier, what’s in a name… Wat dat boertje in zijn tuin heeft is ongeveer wat ik hier ook heb, buiten de varkens en de mesthoop, alles goed voor eigen verbruik. Het ‘niche’ verhaal, dit was de situatie in Vlaanderen toen ik met mijn vader (dierenarts) meeging op ronde, menig kleine boertjes en boerderijtjes met de mesthoop in het midden van het erf. Al die kleine boerderijtjes zijn nu mooie buiten verblijfjes. En om de vraag te beantwoorden : de geschiedenis leert het ook hier, het is inderdaad een en-en verhaal.

  3. 100 jaar geleden boerde iedereen zo want er waren geen pesticiden. De beerput en dierenmeststoffen werd op het land verspreid. Er werd op kleine percelen van alles gekweekt. Wat kippen zorgden voor verse eieren. De koe die weinig melk gaf werd vlees. Het varken werd kotelet. De mensen waren mager en gezond, en hun levensverwachting was twintig jaar korter; dus geen Alzheimerzorgen. En vooral, 50% of meer van de bevolking waren ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds tewerkgesteld in de heerlijke agro-ecologie. Waarom elk land dat kon, van dit systeem afgestapt is, blijft inderdaad een raadsel.
    PS: mijn hoofdactiviteit is tuinieren; maar ik zou toch niet verantwoordelijk willen zijn voor het voeden van mijn naastbestaanden, laat staan de hele goegemeente.

  4. Zoals de vraag gesteld is, wordt het antwoord al gesuggereerd.

    Maar laten we de vraag – zo simpel als ze lijkt – omkeren : “Voedt de commerciële landbouw de hele wereld ?“ en dan laten we graag econoom, ecoloog, diverse deskundigen en belanghebbenden aan het woord.

  5. Ha nu wordt het interessant, want volgens de Professor wordt er nu al voldoende voedsel geproduceerd – in energetische waarde uitgedrukt – om de hele wereldbevolking te voeden. Alleen is er een enorme verspilling (in Tanzania schat men dat er tot 40% van al wat hier wordt geproduceerd verloren gaat) maar vooral is er een negatieve energietransformatie door onze focus op vlees. Daar stoppen we veel te veel calorieën in om er uiteindelijk veel minder voor terug te krijgen als mals stukje vlees op je bord. En dan komen we plots op het terrein van de gedragsverandering, want de boodschap van de agro-ecologisten is uiteraard: “eet minder vlees”. Maar dan nog, als men alle verspilling wegdenkt en de mensen veel minder vlees gaan eten, dan weet ik nog steeds niet of al die agro-ecologische bedrijven voldoende voedsel gaan kunnen produceren.

    En nu van meer filosofische aard! Wie het boek Sapiens van Yuval Noah Harari heeft gelezen weet dat daar een sterk pleidooi instaat voor het leven van de jager-verzamelaar, een levenswijze die we jammer genoeg hebben opgegeven voor een meer sedentair leven waarbij we ons voeden met voornamelijk landbouwgewassen. Maar die jager-verzamelaars, wat aten die? Precies : vruchten en vlees! M.a.w. ons oerinstinct is dus ten dele gericht op vlees. Gedragsverandering zou wel eens moeilijker kunnen zijn, dan we denken, ook al beseffen we met onze hersenen dat dat eigenlijk wel zou moeten.

  6. Peter, je stelt mijn inziens interessante vragen. Ik meen dat je deze vragen stelt vanuit het ‘lege midden’, m.n. niet vanuit het kamp van de agro-ecologie, noch vanuit het kamp van de commerciële landbouw. Maar met een open blik ga je geen eenvoudige antwoorden op je vragen krijgen. De eenvoudige antwoorden op je vragen komen vanuit de kampen, hetzij deze van de agro-ecologie, hetzij deze van de commerciële landbouw.
    Met je opmerking over onze excessieve vleesconsumptie heb je mijn inziens ook de nagel op de kop geslagen. Je schat ons vermogen om ons gedrag op korte termijn te veranderen juist in. Het is niet omdat er een urgentie is, dat onze respons die urgentie volgt.

  7. Het gebruik van het woord “goeroe” levert direct een hint. Dit brengt onmiddellijk de gedachten op een sekte. Als agro-ecologie gedreven wordt door een idee zoals een sekte dan is de ratio verdwenen en is dit noch agro, noch ecologie. Mijn eigen groententuin levert me het grootste deel van onze eigen behoefte aan groenten en fruit, overschot wordt verdeeld aan vrienden en buren. Ik gebruik aangekochte stalmest (te kleine tuin voor vee) en mijn eigen compost en vul af en toe aan met wat kunstmest, gebruik enkel pesticiden in hoogst nood, onkruid wordt met de hand gewied en gecomposteerd. Blij met het resultaat, zowel wat opbrengst betreft als wat de smaak en kwaliteit aangaat, maar…ik begrijp mijn buren die allen échte boeren zijn en die moeten leven van hun opbrengst, er hun kinderen moeten mee opvoeden. Die buren gebruiken wel veel meer kunstmest en spuiten ook, zelfs preventief, maar anders kunnen ze hun boerderij economisch niet meer in leven houden. Zodra bio land-en tuinbouw irrationeel wordt en alle kunstmest of bestrijdingsmiddelen afwijst wordt het een godsdienst met taboes en met indoctrinerende goeroes.

  8. Ha Theo, ik heb doelbewust de economische wetmatigheden wat achterwege gelaten. Ik ben gewoon nieuwsgierig om te weten of agro-ecologie een alternatief kan zijn voor grootschalige commerciële landbouw. Kunnen die de volumes aan om iedereen te voeden?

  9. Leuke vraagstelling Peter. Voer voor een plaatselijke kosten – batenanalyse? Wat is de productie van dit bedrijfje? Hoeveel gezinnen kunnen hier hun basisvoeding van halen?
    Er zijn belangrijke nevenaspecten natuurlijk bij de vraagstelling over voedselzekerheid. Water wordt dé uit¬daging van de toekomst. Agro ecologie heeft daar wel troeven. Hetzelfde geldt trouwens voor aanpassingen aan de klimaatverandering.
    Een boer doet verder gewoon zoals iedereen; hoe kan hij op de beste manier zekerheid creëren voor het voortbestaan van zijn bedrijf(je), voor het inkomen van zijn familie. Hier spelen omgevingsfactoren een rol ; onzekerheid van klimaat, van wereldhandel, landbouwmarkten creert voordeel voor bedrijven die in korte keten werken. Die zijn beter bestand tegen allerlei crises: droogte, prijsschommelingen, corona. Daarbij is hun milieu impact ook kleiner. Voor de Tanzaniaanse realiteit is dit misschien leefbaarder?
    En voor de Belgische – Europese? In de standaard vandaag staat er net een interview met landbouwminister Crevits;
    Blijkt dat de vleesveesector voor meer dan 90 procent afhankelijk is van subsidies. Op de vraag of men verder moet doen hiermee antwoord ze; “ik ben het er niet mee eens dat de veeteelt een on-gezond verdienmodel is. De inkomenssteun voor de veeteeltbedrijven is een ¬compensatie voor alle milieuregels waaraan ze moeten voldoen.”
    Ja hallo denk ik dan; we pompen dus geld in bedrijven die eigenlijk niet rendabel zijn, we financieren de grote milieukost en daarna financieren we andere sectoren (bedrijven)om die milieukost weer te compenseren?
    Misschien dan toch de alternatieven eens beter bestuderen? Hier en ook ginder. Misschien toch geen slecht idee Peter om vanuit de ambassade wat Belgische microkredieten te lossen om dit soort Tanzaniaanse bedrijfjes wat van zuurstof te voorzien ?
    Een geef toe. Op zo’n waterpompje trappen is ook doelmatiger dan te zweten op een hometrainer.

  10. Wat een fijne discussie!
    Als flexitarier en voorzichtig proberend tuinier denk ik absoluut dat er met efficientere agro-ecologie de mensheid gevoed kan worden.
    Het valt me op dat je in het verhaal over de jager-verzamelaar de noten overslaat. Noten kunnen een hele belangrijke bron van ijzer, calcium en eiwitten zijn. Ik eet nu als ontbijt meestal een handjevol paranoten en een handjevol pruimen om mijn lage bloedwaardes op peil te houden. Het is even wennen maar vult prima! Dus als we af zouden willen van onze gewoontes (broodmaaltijden ed) valt er een heleboel te winnen!

  11. Charles C.Mann is een Amerikaans journalist en auteur. Hij schreef enkele jaren terug een heel interessant boek over dit thema. In de landbouw (maar ook in veel andere levensdomeinen) onderscheidt hij twee radicaal verschillende type mensen en wereldbeelden: de tovenaars en de profeten. Profeten zijn de agro-ecologen. Zij wijzen op het belang van radicale gedragsverandering in onze productie en consumptiepatronen, waarbij harmonie met de natuur en mens voorop staat. De tovenaars zijn de vooruitgangsoptimisten die vaak in de agro-industriele sferen gevonden worden. Zij geloven in technologie en innovatie als oplossing om de wereld te voeden. Het is mijn overtuiging dat, zoals vaak, de waarheid in het midden ligt. Volgens mij moeten profeten minder orakelen en aan opschalen denken. Hun modellen zijn bijzonder interessant maar als ze niet mainstream worden blijft het een (vaak elitair) nichefenomeen. Tovenaars moeten net minder focussen op de enge kijk naar productiviteit en de ecologische en sociale kosten van hun praktijken aanpakken; hun model is vaak ouderwets omdat het op korte termijn rendeert maar op de langere termijn onvoorstelbare achteruitgang teweegbrengt.

  12. we moeten niet de gehele wereld bevoorraden, cradle to cradle moet het principe zijn: produceren zo dicht mogelijk bij de consumptie en genoeg voor de eigen consumptie en produceren wat best kan geproduceerd worden.
    beperkte export is uiteraard mogelijk als er beter geproduceerd wordtn ( vb tomaten in openlucht in spanje bv) maar moeten we echt aarbeiden inmorteren in de winter, moeten we princesseboontjs ( uit peru of senegal ) het volledige jaar bechikbaar hebben in ons land ?

  13. Niet simpel om na al het voorgaande nog iets toe te voegen aan deze interessante discussie. Maar ik probeer toch: zoals al gezegd werd, 70-80% van het voedsel dat in het Zuiden geconsumeerd wordt, wordt nu al geproduceerd door kleinschalige boeren. Wereldwijd wordt ruim de helft van de voedselvoorziening geproduceerd door meer dan 500 miljoen kleinschalige familiebedrijven op amper 30% van de landbouwgrond. En velen van hen produceren nu al agro-ecologisch.
    De industriële landbouw produceert vooral granen, veevoer en biobrandstoffen.
    Heel wat kleinschalige boeren in Afrika produceren nu zonder al te veel aandacht voor bodemvruchtbaarheid. Agro-ecologische methoden toepassen verbetert de bodemvruchtbaarheid en kan hun oogsten aanzienlijk vergroten. Als dus al die kleinschalige boeren zouden overschakelen naar agro-ecologische landbouw, zou de productiviteit stijgen zonder schade aan de natuur. Ik heb zelf de ervaring in Uganda: traditionele kleinschalige “overlevingslandbouw boeren” die onder begeleiding overschakelden op agro-ecologische landbouw, verhoogden op een paar jaar tijd hun productie met 20 tot 30 %.
    De vraag of we met agro-ecologische productie de wereld kunnen voeden is misschien niet de juiste. Vandaag wordt er al genoeg voedsel geproduceerd om 9 miljard mensen te voeden (we zijn “nog” maar met 7,8 miljard), en toch lijden nog 690 miljoen mensen honger en zijn er 2 miljard ondervoed, en 2 miljard lijden aan overgewicht en/of obesitas, waaronder ook heel wat mensen in landen die netto voedselexporteur zijn. Honger en ondervoeding zijn geen productieprobleem, het is een probleem van toegang tot voedsel, dat niet opgelost wordt door simpel meer te produceren. Daarvoor moeten ook zaken zoals sociale ongelijkheid, ongelijke toegang tot voedsel of tot productiefactoren enz. aangepakt worden.
    Agro-ecologie neemt deze aspecten mee in rekening en ijvert voor het recht op voedsel. Bovendien helpt de focus van agro-ecologie op een gediversifieerde productie van gewassen zorgen voor een gevarieerd aanbod aan voedingsmiddelen op lokale markten en in huishoudens. Het zorgt zo voor een betere nutritie.

    Er is dus geen probleem om de wereld te voeden met agro-ecologische productie. Toch niet als we met z’n allen evolueren naar een gezonder dieet, met minder dierlijke producten (= niet zonder! ik eet ook graag een stukje vlees) en gebaseerd op meer lokale, seizoensgebonden consumptie van vooral groenten, fruit en plantaardige eiwitten.
    Vleesproductie is een zeer inefficiënte vorm van landbouw. Zeker de industriële vleesproductie. De veeteelt gebruikt meer dan 70% van de landbouwgrond wereldwijd, maar levert slechts 18% van de calorieën en 37% van de eiwitten. Heel wat veevoeder (soja, mais) wordt geproduceerd op gronden die ook gebruikt kunnen worden voor andere gewassen die rechtstreeks geschikt zijn om mensen te voeden. In Afrika daarentegen gebeurt de extensieve veeteelt veelal op marginale gronden die niet geschikt zijn voor landbouw. Daar is het systeem dan wel een efficiënte manier om een inkomen te verwerven en ‘calorieën’ te produceren op grond die ongeschikt is voor landbouw.
    Dus ja, we kunnen met agro-ecologie de wereld voeden. Ook in Europa kan dat, op voorwaarde dat we niet alleen de landbouwpraktijken aanpassen, maar het hele voedselsysteem veranderen en meer inzetten op territoriale voedselsystemen waar de productie en consumptie dicht (fysiek) bij mekaar liggen. Korte keten dus! En meer seizoensgebonden.
    Heel wat hongerige mensen zijn boeren, omdat ze onvoldoende kunnen produceren om én hun familie te voeden én voldoende geld te verdienen om in andere basisbehoeften te voorzien. Als zij hun productie en hun weerbaarheid kunnen vergroten door betere landbouwtechnieken en gediversifieerde productie en als ze een eerlijke prijs krijgen voor hun producten, dan komen we een stap vooruit om armoede en honger te bedwingen.
    Tot slot: Olivier De Schutter, die gedurende enkele jaren speciaal rapporteur was ivm voedselzekerheid bij de VN, pleit op basis van studies en cijfers ook voor agro-ecologische familiale landbouw. En wie zich echt wil verdiepen in dit vraagstuk, zie: http://www.fao.org/3/ca5602en/ca5602en.pdf

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *